Schréder - Oplossingen voor zebrapaden

Passende verlichting verbetert de veiligheid bij zebrapaden, die in verschillende weersomstandigheden en op verschillende tijdstippen van de dag zichtbaar moeten zijn. Het biedt de beste omstandigheden voor bestuurders om de verkeerssituatie te begrijpen en het silhouet van de voetganger te herkennen. De voetgangers zelf zijn zich zo bewust van hun omgeving , het zebrapad en de naderende voertuigen. De Belgische wegverlichtingsnorm NBN L18-004 bepaalt dat de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte op het voetgangerskruispunt, inclusief de wachtzone, groter dan of gelijk moet zijn aan 80,00 lx. De gemiddelde gelijkmatigheid van de horizontale verlichtingssterkte , op deze zelfde zone moet minimaal 0,30 zijn. De gemiddelde verticale verlichtingssterkte op een hoogte van 1,5 m langs een lijn in het midden van de voetgangersdoorgang moet ten minste gelijk zijn aan 40,00 lx; De Code van Goede praktijk benadrukt bovendien dat voetgangersoversteekplaatsen best onderscheiden worden via een andere

kleur van het licht tegenover de overige openbare verlichting. Positieve contrastoplossingen hebben de voorkeur voor zebrapaden. Ze worden verlicht door speciale armaturen met asymmetrische lichtverdelingen , aangepast aan de plaats van het armatuur aan de rechter- of linkerkant van de weg en aan de rijrichting.

ENKELE BASISPRINCIPES ALGEMEEN TOEPASSEN:

- De horizontale verlichtingssterkte op het zebrapad moet gelijk zijn aan 3 keer de horizontale verlichtingssterkte van de rijbaan aan de rand van de oversteekplaats (maar moet minder dan 4 keer groter zijn); - De horizontale en verticale zones voor het berekenen van de verlichtingssterkte dienen zich uit te strekken over de volle breedte van de rijbaan en de breedte van het zebrapad, inclusief de wachtzones.

13

Powered by