Schréder - Oplossingen voor fietspaden

Regelgeving en normen Wat zijn de regels ?

Fietspadverlichting is essentieel om een ​veilige route te bieden, de veiligheid (subjectief en objectief) van fietsers te waarborgen en hen op hun weg te begeleiden. Het verhoogt ook het comfort. Het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) heeft een reeks normen voor openbare verlichting opgesteld ( EN 13201-x Wegverlichting ). Voor fietsvoorzieningen geven deze normen aanbevelingen voor het verlichtingsniveau in functie van de inrichting van de weg en de (relatieve) ligging van de fietspaden, het al dan niet aanwezig zijn van snelheidsreducerende voorzieningen, het risico op agressie en de eventuele noodzaak van gezichtsherkenning. Over het algemeen wordt voor fietspaden een waarde tussen 5 en 10 lux aanbevolen. Fietspadverlichting moet er voor zorgen dat fietsers op elk moment van de dag en in elk seizoen veilig kunnen fietsen . Anders loopt het fietspad het risico te weinig gebruikt te worden. De verlichting moet fietsers ook in staat stellen obstakels gemakkelijk te zien en de

wegmarkering te begrijpen. Dit staat bekend als horizontale verlichtingssterkte. Het meet de hoeveelheid licht die in lux op het oppervlak valt. De verlichting moet ook alle verticale objecten duidelijk zichtbaar maken. Het is belangrijk dat fietsers de wegwijzers kunnen lezen, gebouwen in de buurt kunnen herkennen en fietsers of voetgangers op hen af ​kunnen zien komen. Ook is het essentieel dat automobilisten ze kunnen zien als het fietspad naast of in de buurt van een weg ligt. De verlichting van deze verticale objecten (verkeersborden, fietsersschaduw, etc.) zorgt voor een zogenaamde verticale verlichtingssterkte. Het wordt gemeten op 1,5 m boven de weg. Het verlichtingsniveau moet zo gelijkmatig mogelijk zijn en vermijden dat er zich donkere vlekken vormen op het fietspad.

9

8

Powered by